e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2181
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kers, zoete soorten kers: kers}* (Rosmeer), kjos (Rosmeer) [ZND 01 (1922)]kers [ZND 01 (1922)] I-7
kerstmis kerstmis: doffe e  kjosmes (Rosmeer) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] III-3-3
keukenrek plank: plāŋk (Rosmeer) de plank waarop het keukengerief wordt gezet [ZND 32 (1939)] III-2-1
kiel kiel: kiel (Rosmeer, ... ), kil (Rosmeer), korte kiel: kotte kiel (Rosmeer) hes (blauwe boerenkiel) [ZND 01 (1922)] || kiel [ZND 01 (1922)] || kiel (kledingstuk voor mannen) [ZND 27 (1938)] || kiel, blauwlinnen of katoenen jasje van werklieden en boeren [keel, toekiel, kletsjet, plankerten] [N 23 (1964)] III-1-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen kijnen: kęi̯nǝ (Rosmeer) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kies baaktand: Vs. booknagel voor navel.  bôektan (Rosmeer), dikke tand: dikken taand (Rosmeer), n dikken taand (Rosmeer) Baktanden (dikke tanden). [ZND 07 (1924)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een gewone dikke tand [ZND 29 (1938)] III-1-1
kieskauwerig kieskeurig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kieskëereg (Rosmeer) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kietelen krevelen: krievele (Rosmeer) kittelen [ZND 01 (1922)] III-1-2
kieuwen kieuwen: ook in ZND 27, 084  kieuwen (Rosmeer) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kievit kievit: keewit (Rosmeer) kievit III-4-1