e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loodzand drijfzand: dręwfzant (Rotem), loodzand: loodzand (Rotem) De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17] I-8
loof van de bieten afplukken afbladen: āfblāi̯ǝ (Rotem) Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.] I-5
loon loon: ps. omgespeld volgens IPA.  lūən (Rotem), loontje: ps. omgespeld volgens IPA.  ly(3)̄ənkə (Rotem), quinzime (fr.): ps. omgespeld volgens Frings.  kəzeͅm (Rotem) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loop van een geweer loop: de luip van ə gewiér (Rotem), də lūp vant gəwēr (Rotem) De loop van een geweer [ZND 30 (1939)] III-3-1
loops loops: lø͂ͅu̯ps (Rotem, ... ) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: loeoot (Rotem), scheut: cheut (Rotem) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: loaupə (Rotem), loupen (Rotem, ... ), loupə (Rotem), lǫu̯.pǝ (Rotem) de jongens lopen op stelten (stok met voetplankje) [ZND 07 (1924)] || lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
loper loper: lø̜̄jpǝr (Rotem) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] II-3
losse linnen halsboord col (fr.): koͅl (Rotem), losse kraag: losse kraag (Rotem) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet manchet: ma.n`šeͅtə (Rotem) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3