e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pompen pompen: pompǝ (Rotem) Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.] II-1
pompon van een muts floche (fr.): floͅus (Rotem), poes: WNT: poes (II), II, 3.b  pūəs (Rotem), poesje: pøyskə (Rotem) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
ponder ponder: pøͅnjər (Rotem), punjer voor lichtere zakken  pønjər (Rotem) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
ponjaard dolk: doͅlk (Rotem) Ponjaard. [ZND 05 (1924)] III-3-1
pook stovenijzer: stōͅvənīzər (Rotem) pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)] III-2-1
poort poort: pūrt (Rotem), pǫrt (Rotem) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot poot: pōøt (Rotem  [(mv pyǝt)]  ), pūǝt (Rotem) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-11, I-9
pootgoed, pootaardappelen plantaardappelen: plãnt[aardappelen] (Rotem) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pootjesblaas pootjesblaas: pytjǝsblǭs (Rotem), slijmblaas: slēi̯mblø̄ǝs (Rotem) De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b] I-11
portemonnee, beurs portemonnee (<fr.): eine lère portemenee (Rotem) Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] III-3-1