e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweeling tweeling: twieling (Rotem), twīlĭŋ (Rotem) tweeling [ZND 08 (1925)] III-2-2
tweespeen tweedeem: twīdīǝm (Rotem), tweedemer: twidimǝr (Rotem) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg wis: wes (Rotem) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twintig frank plaat van twintig frank: ps. omgespeld volgens IPA.  ən plāt fan twenjtʔex fraŋ (Rotem), twintig frank: ps. omgespeld volgens Frings.  twøi̯ntix fraŋ (Rotem) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
u-vormige hoeve geleg: [geleg] (Rotem), hoefijzerboerderij: hoefijzerboerderij (Rotem) De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3] I-6
ui, ajuin un: øͅn (Rotem), unne: ønə (Rotem) ajuin [ZND 01 (1922)] || ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)] I-7
uienpannenkoek ajuinenkoek: ønəkok (Rotem) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uier ouwer: uǝr (Rotem), uier: yǝr (Rotem), ø ̝.u̯ǝr (Rotem), øi̯.ǝr (Rotem), øi̯ǝr (Rotem), øu̯i̯ǝr (Rotem), øu̯ǝr (Rotem), ø̜i̯ǝr (Rotem) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b] I-11, I-12, I-9
uieren uieren: (de koe) ø̄jǝrt (Rotem), (de koe) ø̄u̯jǝrt (Rotem) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uitbrander berisping: berisping (Rotem), vermaning: vermaning (Rotem) hoe zeg je: een vermaning, een berisping krijgen (woord op -ment) ? [ZND 41 (1943)] III-1-4