e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwendig kruiwerk kruiwerk: krøjwɛ̄rǝk (Rotem) Algemene benaming voor alle voorzieningen die aan de buitenzijde van de molen zijn aangebracht om de gehele molen of de molenkap naar de wind te draaien. [N O, 30h; Sche 60; monogr.] II-3
uitwerpselen van koeien koestront: kustront (Rotem) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitwijken uit de zij varen: ut˱ dǝ zei̯ vǭǝ.rǝ (Rotem) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
unster ponder: pøͅnjər (Rotem), waag: (waag) voor het wegen van zakken graan  wa̝:x (Rotem), waagje: (waag) voor het wegen van zakken graan  wø̞ͅxskə (Rotem) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
vaalbonte koe vaalbonte: vālbuntǝ (Rotem), vale koe: vāǝl [koe] (Rotem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaars rind: re.njtj (Rotem), rē̜njt (Rotem), rindje: rentjǝ (Rotem), reŋtǝ (Rotem), rundje: røntjǝ (Rotem), vaars: vē̜rs (Rotem), vē̜s (Rotem), vɛs (Rotem), vɛ̄s (Rotem), vaarsje: vē̜skǝ (Rotem) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelsplag: šuotəlsplak (Rotem) zo vet als een vaatdoek (schoteldoek) [ZND 08 (1925)] III-2-1
vademen vamen: vięmǝn (Rotem) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vader: vader (Rotem, ... ) vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] || vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lei̯.f (Rotem) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9