e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

Gevonden: 3443
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doffer, mannelijke duif duiver: douwver (Rotem), hoorn: oe-oorn (Rotem), oeooren (Rotem), oerə (Rotem) duif, mannetje [ZND 01 (1922)], [ZND 18 (1935)], [ZND 39 (1942)] III-4-1
dolle kervel kervel: kervǝl (Rotem) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dompelen dompelen: in het wāter doempelen (Rotem), ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  doempele (Rotem, ... ), dopen: ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  duje (Rotem, ... ), duwen: in t water duien (Rotem), in t water duje (Rotem), ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  duien (Rotem, ... ), in het water steken: in t water stièken (Rotem), in ⁄t water stièken (Rotem, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: doendere (Rotem, ... ), donderen (Rotem, ... ), dundərə (Rotem) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk donderkoppen: dundərköp (Rotem) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: doender (Rotem, ... ), donder (Rotem, ... ), doͅndər (Rotem, ... ), dundər (Rotem) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker worden, duisteren grauw worden: ət wy(3)̄rt groͅw (Rotem) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenke (Rotem), doenkel (Rotem), doenker (Rotem) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
donkerbruine koe vaal (bijvgl. nmw.): vāl (Rotem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren duivelshaar: duvelsheur (Rotem), duivelshaartjes: duvelsheurkes (Rotem) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1