e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

Gevonden: 3443
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebakje gebakje: gəbɛkskə (Rotem) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen aardappelen in de pan: īrpəl en də pan (Rotem) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebit gebeet: gǝbiɛ.t (Rotem), gebit: gebiet (Rotem, ... ) Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
gebouw gebouw: gəbou̯ (Rotem, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebreide kous gestrikte kous: gestrikte kous (Rotem), strikhoos: stregūəzə (Rotem) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts wintermuts: wen`t`əmøͅts (Rotem), wollen muts: woͅlə məts (Rotem) vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkig: eine gebrekkige minsch (Rotem), ene gebrīēkige mins (Rotem) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebrekkig persoon arme sukkelaar: ne erme suguelair (Rotem), gebrekkige mens: eine gebrekkige minsch (Rotem), ene gebrīēkige mins (Rotem) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebruik gebruik: gebruuk (Rotem), gewoonte: gewoente (Rotem, ... ), gewuunte (Rotem) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-2
gedienstig behulpzaam: tweede e dof als de  iè is behelpzaam (Rotem), gedienstig: hee is gedeenstig (Rotem) Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)] III-1-4