34074 |
jaarring |
jaarring:
jārɛŋk (L420p Rotem)
|
Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b]
I-11
|
18566 |
jacquetpak |
jacquet (<fr.):
seket (L420p Rotem),
pin:
peͅn (L420p Rotem)
|
jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
basquine (fr.):
beskén (L420p Rotem),
jak:
jak (L420p Rotem),
jakje:
jekske (L420p Rotem),
kazavek:
ka.zəveͅk (L420p Rotem, ...
L420p Rotem),
kazevek (L420p Rotem)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
ook materiaal znd 27, 44
zjaloous (L420p Rotem),
ook materiaal znd 27, 44 zoals Jean
jealoes (L420p Rotem)
|
jaloers [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
jartels (L420p Rotem),
žərteͅl (L420p Rotem)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
ja.s (L420p Rotem),
jas (L420p Rotem, ...
L420p Rotem,
L420p Rotem)
|
jas [ZND 06 (1924)], [ZND 08 (1925)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
jakje:
jeͅkskə (L420p Rotem),
manteltje:
mantelke (L420p Rotem)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18572 |
jasje van het zwarte pak |
jas:
ja.s (L420p Rotem)
|
jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18326 |
jasschort |
mantelscholk:
mantelscholk (L420p Rotem),
mantəlšolək (L420p Rotem)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
jenever:
žənevər (L420p Rotem)
|
jenever [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|