33679 |
loodzand |
drijfzand:
dręwfzant (L420p Rotem),
loodzand:
loodzand (L420p Rotem)
|
De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17]
I-8
|
33250 |
loof van de bieten afplukken |
afbladen:
āfblāi̯ǝ (L420p Rotem)
|
Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.]
I-5
|
21686 |
loon |
loon:
ps. omgespeld volgens IPA.
lūən (L420p Rotem),
loontje:
ps. omgespeld volgens IPA.
ly(3)̄ənkə (L420p Rotem),
quinzime (fr.):
ps. omgespeld volgens Frings.
kəzeͅm (L420p Rotem)
|
loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21596 |
loop van een geweer |
loop:
de luip van ə gewiér (L420p Rotem),
də lūp vant gəwēr (L420p Rotem)
|
De loop van een geweer [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
20132 |
loops |
loops:
lø͂ͅu̯ps (L420p Rotem, ...
L420p Rotem)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)]
III-2-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
loot:
loeoot (L420p Rotem),
scheut:
cheut (L420p Rotem)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loaupə (L420p Rotem),
loupen (L420p Rotem, ...
L420p Rotem),
loupə (L420p Rotem),
lǫu̯.pǝ (L420p Rotem)
|
de jongens lopen op stelten (stok met voetplankje) [ZND 07 (1924)] || lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
19500 |
loper |
loper:
lø̜̄jpǝr (L420p Rotem)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
18697 |
losse linnen halsboord |
col (fr.):
koͅl (L420p Rotem),
losse kraag:
losse kraag (L420p Rotem)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
manchet:
ma.n`šeͅtə (L420p Rotem)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|