24945 |
marmer |
marmer:
marmer (L420p Rotem, ...
L420p Rotem),
marmere(n) beeld (L420p Rotem)
|
marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marmere(n) beeld (L420p Rotem)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
24350 |
marter |
fis:
steenmarter ondergebracht bij marter, alg.
vəi̯s (L420p Rotem)
|
steenmarter [ZND 07 (1924)]
III-4-2
|
22440 |
masker |
mommegezicht:
moemegezicht (L420p Rotem)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)]
III-3-2
|
32983 |
masteluin |
koren en tarwe ondereen:
kūǫrǝn ęn tɛrǝf oŋǝręi̯n (L420p Rotem),
masteluin:
masteluin (L420p Rotem)
|
Menggewas, vooral rogge en tarwe dooreen; vroeger bakte men er brood van ("masteluinbrood"), nu wordt het alleen nog als groenvoer gezaaid. Indien het mengsel een andere samenstelling heeft dan rogge en tarwe, dan wordt dat in het lemma aangegeven. De opgaven "groenvoer" zijn in het lemma ''groenvoer'' (1.2.14) ondergebracht. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [koren], zie het lemma ''rogge'' (1.2.4), resp. ''graan, koren'' (1.2.1). [L 39, 15; L lijst graangewassen, 5; monogr.; add. uit L 48, 26; Lu 2, 26]
I-4
|
33044 |
mathaak |
pik:
pek (L420p Rotem),
pikhaak:
pekǭk (L420p Rotem)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
18414 |
matrozenpakje |
matrozenkostuumpje:
matrozenkostumke (L420p Rotem),
matrozenpakje:
mətrūzəpeͅkskə (L420p Rotem)
|
matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)]
III-1-3
|
20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjjənéés (L420p Rotem)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|
18129 |
mazelen |
mazeren:
mazeren (L420p Rotem)
|
de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
18235 |
medaillon |
medaille:
’n gouje mədalie (L420p Rotem)
|
een gouden medaille [ZND 38 (1942)]
III-1-3
|