e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvleessoep rundssoep: rānšoͅp (Rotem) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups rups: roepsch (Rotem), roəps (Rotem), róps (Rotem), røͅps (Rotem) rups [N 26 (1964)], [ZND 06 (1924)] III-4-2
ruw worden kapotspringen: t vel sprungt kapot (Rotem) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruïneren in stukken scheuren: in stukken schouren (Rotem), in stukken slaan: in stukken slaan (Rotem), runeren (<fr.): geruineerd zijn, iets vernielen  reinəwerən (Rotem), verruneren (<fr.): verreneweeren (Rotem) woord dat van het Frans ruiner komt (renuweren, verreneweren): uitspraak en betekenis [ZND 41 (1943)] III-3-1
salueren salueren (<fr.): de soldeuten moeten salueeren (Rotem) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1
samenspannen samenspannen: die twie spanne samen (Rotem) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] III-3-1
sandaal sandaal: sandaal (Rotem), səndāəl (Rotem) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
saus saus: sààws (Rotem) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooi: səvūiən (Rotem), savooiemoes: sevūjə moos (Rotem), səvūi̯əmōs (Rotem), met accent op de oo  sĕvōōie mous (Rotem) [Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)]savooie kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
scapulier scapulier: šabəlēr (Rotem) Schapulier. [ZND 06 (1924)] III-3-3