e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steunsels in de bovenhoeken van een poort consoles: (enk)  kǫnzǫl (Rotem) In de bovenhoeken van een poort zijn soms ook paaltjes aangebracht om het kozijn te steunen of alleen maar ter versiering. Deze paaltjes zijn lichter dan die in de benedenhoeken. Enkelvoudige opgaven benoemen een van de steunpaaltjes aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.b bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42g] I-6
stiefkinderen stiefkinder: steefki͂ndər (Rotem) stiefkinderen [ZND 11 (1925)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: stèfmodər (Rotem) stiefmoeder [ZND 11 (1925)] III-2-2
stiefvader stiefvader: stèfvādər (Rotem) stiefvader [ZND 11 (1925)] III-2-2
stiekem heimelijk: eimələk (Rotem), ook materiaal znd 1u, 65  eimələk (Rotem) geniepig [ZND 01 (1922)] || Heimelijk, geniepig, enz. [ZND 01u (1924)] III-1-4
stier duur: dør (Rotem), dø̄r (Rotem), stiertje: stīrkǝ (Rotem) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijfkop koppige stinkerd: ook materiaal znd 28, 31  koppige stinkert (Rotem), stijfkop: ook materiaal znd 28, 31  stiefkop (Rotem) koppig [ZND 01 (1922)] III-1-4
stijfsel stijfsel: samen met znd 7, 48  stīfsəl (Rotem) de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijfselpap stijfsel: stīfsəl (Rotem) stijfselpap [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijgbeugels stijgbeugelen: stei̯bø̄.gǝlǝn (Rotem) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10