34094 |
driespeen |
driedemer:
drii̯dimǝr (L420p Rotem),
scheve uier:
šē̜vǝ ø̜i̯ǝr (L420p Rotem)
|
Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Het is niet altijd goed aan te geven of de benamingen duiden op de koeuier met deze afwijking of op de koe met een dergelijke koeuier. [N 3A, 66] || Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Sommige woordtypen kunnen duiden op een koe die een uier met drie spenen heeft. [N 3A, 117]
I-11
|
18650 |
driesteek |
baret (<fr.):
bareͅt (L420p Rotem)
|
steek, hoed waarvan de (gedeeltelijke opgeslagen) luifel drie hoeken vertoont (bijv. een bepaalde priesterhoed) [drieteut, drietip, drejtik, tööt] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18866 |
driftig |
kwaad:
kwaod (L420p Rotem),
eu van veut
keud (L420p Rotem),
slecht leesbaar
kaùvt (L420p Rotem)
|
driftig [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
22655 |
drijftol |
popperel:
poeperel (L420p Rotem),
poͅpəreͅl (L420p Rotem)
|
Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Drijftol (tol, die met de zweep wordt voortgedreven). [ZND 01u (1924)]
III-3-2
|
33366 |
drinkbak voor de koeien |
trog:
trūǝx (L420p Rotem),
zooptijn:
zø̜u̯ptęi̯n (L420p Rotem)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
19575 |
drinkbeker |
bierpot:
bērpoͅt (L420p Rotem)
|
drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20499 |
drinken |
drinken:
dreͅŋkə (L420p Rotem)
|
drinken [ZND m]
III-2-3
|
34333 |
drinken bij de zeug |
zuiken:
zou̯kǝ (L420p Rotem)
|
Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a]
I-12
|
19574 |
drinkglas |
glas:
glās (L420p Rotem, ...
L420p Rotem,
L420p Rotem,
L420p Rotem,
L420p Rotem),
pint:
pent (L420p Rotem, ...
L420p Rotem)
|
drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] || glas [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
19562 |
drinkglas met voet |
glas:
glas (L420p Rotem),
kapper:
kapər (L420p Rotem)
|
drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)]
III-2-1
|