e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rothem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitzeven van de zemelen builen: bȳlǝ (Rothem) Het verwijderen van de fijngemaakte hulzen uit het meel. Een eventueel object "meel" is niet gedocumenteerd [N 29, 13b; monogr.; N 29, 15c add.] II-1
urine zeik: zęi̯k (Rothem) Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
urineren zeiken: zęi̯kǝ (Rothem) Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
vaalbonte koe vaalbonte: vālbōntǝ (Rothem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaars vaarsje: vērškǝ (Rothem) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vademen invamen: envē̜mǝ (Rothem) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: līf (Rothem) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valse plooi kronkel: krø̄nkǝl (Rothem), valse plooi: valšǝ plwoj (Rothem) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
valsteiger valstelling: val[stelling] (Rothem) Noodvloer die onder de steigervloer moet liggen wanneer deze meer dan 4 m boven de begane grond komt. Wanneer men een nieuwe steigerverdieping heeft aangebracht, wordt de oude werkvloer doorgaans als valsteiger gebruikt. Zie voor de niet fonetisch gedocumenteerde vormen van de woorddelen '-(steiger)' en '-(stelling)' het lemma 'Steiger'. [N 32, 6; monogr.] II-9
van de leg afraken van de leg af: van dǝ lęk āf (Rothem) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12