33088 |
bijgooier |
bijgever:
bē̜gēvǝr (P107a Rummen)
|
De bijgooier is de tussenpersoon tussen de afsteker van de wagen en de tasser in de schuur. Zie de toelichtingen bij de lemma''s ''graan stapelen in de schuur'' (5.1.11) en ''afsteker'' (5.1.12). [N 15, 50; monogr.]
I-4
|
25440 |
bijl waarmee men het slachtvee klooft |
kapbijl:
kapbęjl (P107a Rummen)
|
Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.]
II-1
|
25368 |
bijl waarmee men het slachtvee verdooft |
bijl:
bęjl (P107a Rummen)
|
Om het slachtdier te verdoven geeft de slachter het dier een klap op de kop met de achterkant van de bijl. [N 28, 5a; N 28, 5b; N 28, 10c]
II-1
|
25460 |
bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt |
bijl:
bęjl (P107a Rummen)
|
Bedoeld zijn de kleine stukjes die in de worst worden verwerkt etc. De mes-opgaven binnen dit lemma duiden op een soort hakmes. [N 28, 115; N 28, 49]
II-1
|
17652 |
bil |
bil:
bel (P107a Rummen)
|
Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9
|
21641 |
biljet van duizend frank |
blauwe, een ~:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə blōͅu̯wə (P107a Rummen),
briefje van duizend frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
brefkə van 1000 frank (P107a Rummen)
|
1000 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21623 |
biljet van honderd frank |
briefje van honderd frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
brefkə van 100 frank (P107a Rummen)
|
100 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21620 |
biljet van twintig frank |
briefje van twintig frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
brefkə van 20 frank (P107a Rummen)
|
20 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21640 |
biljet van vijfhonderd frank |
briefje van vijfhonderd frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
brefkə van 500 frank (P107a Rummen),
bruine, een ~:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə brēͅnə (P107a Rummen)
|
500 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21639 |
biljet van vijftig frank |
briefje van vijftig frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
brefkə van 50 frank (P107a Rummen)
|
50 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|