25449 |
inkuipen |
inzouten:
ęnzātǝ (P107a Rummen)
|
De stukken vlees rangschikken in de houten kuip waarin ze bewaard worden. Volgens een aantal respondenten (L 163, 265, Q 118, 121, 198) worden de schenken op de bodem gelegd en daarbovenop het spek. Schouderstukken en poten worden ertussen gelegd (L 265). Bovenaan komen ook de ribben te liggen (L 330). [N 28, 111; monogr.]
II-1
|
33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
ęnlęgǝ (P107a Rummen)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
21650 |
inmijner? (wbd) |
inzetter:
ps. omgespeld volgens Frings.
eͅnzeͅttər (P107a Rummen)
|
Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34001 |
inspannen |
inspannen:
enspanǝ (P107a Rummen)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
28638 |
invoederen |
opvoederen:
opvujǝrǝ (P107a Rummen)
|
Het voeren van de bijen met suiker, suikerwater of voederhoning, voordat de winter begint. [N 63, 110a; monogr.]
II-6
|
34074 |
jaarring |
ouderdom:
ādǝrdǫm (P107a Rummen)
|
Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b]
I-11
|
34025 |
jong van een rund |
kalf:
kalf (P107a Rummen)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
kurre:
kyrǝ (P107a Rummen),
kørǝ (P107a Rummen)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34448 |
jonge geit |
geitenjong:
geitenjong (P107a Rummen),
jong geitje:
joŋk gē̜i̯tjǝ (P107a Rummen)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
legpul:
lęxpøl (P107a Rummen),
pul:
pøl (P107a Rummen)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|