e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkuil uil: uul (Schaesberg) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kerkwaarts naar de kerk: noa gen kirk (Schaesberg) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kɛrəməs (Schaesberg) kermis [RND] III-3-2
kermis op sacramentsdag kermisbronk: processie tijdenst patroonsfeest van de parochie  kermisbronk (Schaesberg) kermis op sacramentsdag [VC 33 (1967)] III-3-2
kermisgeld kermisgeld: kirmesgeld (Schaesberg) Een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi]. [N 88 (1982)] III-3-2
kermismuziek kermismuziek: kerməsmuzik (Schaesberg) De muziek die te horen is op kermissen [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
kermistent kraam: kraom (Schaesberg) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2
kern stomp: štǫmp (Schaesberg) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kern van een pit kerntje: WLD  keerke (Schaesberg) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kerstlied kerstliedje: krisleedje (Schaesberg) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2