e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krekel krekel: kriuekel (Schaesberg) krekel [DC 07 (1939)] III-4-2
krentenbrood krentenbrood: krintebroed (Schaesberg) krentenbrood [SGV (1914)] III-2-3
kreunen kermen: kerme (Schaesberg), kuimen: kuume (Schaesberg) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreupelhout onderhout: WLD  ongerhoot (Schaesberg) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
krijgen krijgen: kriege (Schaesberg) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krijgertje spelen tikkertje spelen: tikkertje sjpiele (Schaesberg) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] III-3-2
krijt knijt: knīt (Schaesberg) Het krijt dat wordt gebruikt bij het aftekenen en soms ook bij het ontvetten van materiaal. [N 64, 82b] II-11
kroeshaar kroeshaar: kroeshaer (Schaesberg), kroeshaor (Schaesberg) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krom, met bochten krom: (half lange klinker).  kromp (Schaesberg) krom [SGV (1914)] III-4-4
krommen krommen: krumme (Schaesberg) krommen [SGV (1914)] III-4-4