31509 |
benzinesoldeerbout |
benzinesoldeerbout:
bɛnzīnsǫldērbōt (Q118p Schaesberg)
|
Soldeerbout die wordt verwarmd door middel van een in de bout ingebouwde benzinebrander. Zie ook afb. 185. Volgens de invuller uit Q 121 werd de benzineloodbout speciaal gebruikt voor buiten- en dakwerk en voor goten. De bout kon niet uitwaaien omdat de brandstof door middel van een pomp onder druk werd gebracht. [N 33, 195b; N 64, 16b]
II-11
|
30190 |
bepleisteren |
klenen:
klē̜nǝ (Q118p Schaesberg)
|
De gevlochten vulling van een vak of wand met leemspecie bestrijken. In L 320a gebeurde het 'bezetten' met leem, kalk en haren die door de kapper bijeengespaard waren. Het aanbrengen van de leem werd in Q 121 door de 'leemklener' ('lēmklęǝnǝr') gedaan, in Q 96a en Q 96c door de 'plakker' ('pl'kǝr'). Zie voor het woordtype '(be)klenen' ook RhWb IV, kol. 705 s.v. 'klennen ii': ø̄Lehm in die Gefachwand schmieren, plästern.ø̄ Het woordtype 'spervelen' (Q 30) is een afleiding van het woord 'spervel', de benaming voor een rechthoekig plankje met aan de onderzijde een handvat dat wordt gebruikt bij het bepleisteren van muren. Zie ook het lemma 'Speciebord'. [S 21; L 1a-m; N 4A, 53h; N F, 56d; N 31, 45c; monogr.]
II-9
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bérrəch (Q118p Schaesberg)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
weet:
weejt (Q118p Schaesberg)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19540 |
berkenbezem |
rijzerbezem:
Zie tekening: 1 (links)
riezerbessem (Q118p Schaesberg)
|
bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
21730 |
beslag |
beslag:
besjlaag (Q118p Schaesberg)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19285 |
beslissen |
beslieten:
besjleete (Q118p Schaesberg)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21673 |
besteden |
verteren:
vertére (Q118p Schaesberg)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
schenken:
sjinke (Q118p Schaesberg)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21861 |
bestellen |
bestellen:
besjtelle (Q118p Schaesberg)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|