e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Schaesberg), nagtegaal (Schaesberg) nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachtzwaluw zwarbeltje: sjwerbelke (Schaesberg) nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1
nadeel nadeel: noadeel (Schaesberg), scha: sjaa (Schaesberg) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] || nadeel [SGV (1914)] III-1-4
nagel naal: naal (Schaesberg), nagel: ná:gəl (Schaesberg) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: gramǝt (Schaesberg), nagras: nǫgrās (Schaesberg) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
nauw, eng eng: ing (Schaesberg) nauw [SGV (1914)] III-4-4
nauwgezet; nauwgezet persoon precies: preciese (Schaesberg), van een werk  pərsîês (Schaesberg), puntelijk: van een persoon  pungktəlich (Schaesberg), secure, een -: secure (Schaesberg) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] || met zorg en aandacht te werk gaand, niet slordig of oppervlakkig [consciëntieus, secuur, precies, weiger] [N 85 (1981)] III-1-4
navel navel: navel (Schaesberg), ná:vəl (Schaesberg) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
neef cousin (fr./du.): wordt wel gebruikt om verdere graad van verwantschap aan te duiden; cf. VD F.-N. s.v. "cousin, -ine"; cf. VD D-N s.v. "Cousin  koesieng (Schaesberg), vetter (du.): cf. VD D-N s.v. "Vetter  fetter (Schaesberg) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
neger neger: neger (Schaesberg) neger [N 102 (1998)] III-3-1