e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nicht nichtje: nie-ĕ-tje (Schaesberg) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: ing neer (Schaesberg), n neer (Schaesberg) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niet gedijen niet gedijen: WLD  gedeijd neet (Schaesberg) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3
nietsnut tot niks in staat: tot nieks i sjtaot (Schaesberg), vuile, een -: voele (Schaesberg) een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)] III-1-4
nieuwe maan donkere mond (du.): (half lange klinker).  donkele moand (Schaesberg) maan [donkere ~] [SGV (1914)] III-4-4
nieuws nieuws: neuts (Schaesberg), nuuts (Schaesberg) een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)] || nieuws [SGV (1914)] III-3-1
nieuwsgierig nieuwsgierig: neujschierig (Schaesberg) nieuwsgierig [SGV (1914)] III-1-4
nieuwsgierig kijken nieuwsgierig kijken: neujschierig kieken (Schaesberg), nuiwschierig kieke (Schaesberg) kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)] III-1-1
nieuwsgierigaard nieuwsgierige: nuj-sjierige (Schaesberg) iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)] III-1-4
niezen niesten: neeste (Schaesberg, ... ), neesten (Schaesberg) niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)] || niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2