21809 |
overleg |
overleg:
⁄t uverlek (Q118p Schaesberg)
|
de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21808 |
overleggen |
overleggen:
uverleGe (Q118p Schaesberg),
uverlegge (Q118p Schaesberg)
|
anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
33560 |
overrijp, beurs |
melig:
WLD
mè-lig (Q118p Schaesberg)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
I-7
|
19056 |
overtuigd |
overtuigd:
uvertuugt (Q118p Schaesberg)
|
overtuigd [SGV (1914)]
III-1-4
|
19050 |
overtuigen |
overtuigen:
ūvertūge (Q118p Schaesberg)
|
overtuigen [SGV (1914)]
III-1-4
|
21168 |
overweg |
barrier (<fr.):
bareer (Q118p Schaesberg)
|
de plaats waar men een spoorweg kan oversteken [overweg, bareel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18892 |
overwegen |
prakkiseren:
prakkezere (Q118p Schaesberg)
|
goed nadenken, alles goed bekijken voordat men iets doet [nadenken, achterdenken, naprakkezeren, overdenken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
30551 |
overzetband |
verholen goot:
vǝrhōlǝ gøt (Q118p Schaesberg)
|
Band van zink tussen een plat dak en de aangrenzende muren. [N 64, 152d]
II-9
|
33742 |
paal van de weideafrastering |
paal:
pǭl (Q118p Schaesberg)
|
De meeste opgaven in dit lemma duiden op een paal uit de draadomheining rond een weide. Deze opgaven zijn ontleend aan de antwoorden op de vraag ø̄Hoe noemt u de paal van de weideafrastering?ø̄ (N 14, 64). Een aantal opgaven is ontleend aan de vraag naar het algemene woord voor ø̄paalø̄ (S 27). De antwoorden op beide vragen zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 64; S 27; Vld.; monogr.]
I-8
|
22804 |
paar of onpaar |
omp of paar:
Raden.
omp of paar (Q118p Schaesberg)
|
Soms schijnt het [omp] alleen nog in het kinderspel bewaard. De kinderen laten elkaar raden: on of even, paar of omp, paar of ompert, effen of ontjes, enz. Kent u een dergelijk woord op deze manier? Zo ja, hoe luidt het en hoe gebruiken de kinderen het? [DC 31 (1959)]
III-3-2
|