e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaker kaarsenluchter: keetselugter (Schaesberg), kandelaar: kandelaar (Schaesberg) Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)] III-2-1
blauwe bosbes worbel: worbel (Schaesberg) bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: regel (Schaesberg), reiger (Schaesberg) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
bleek bleek: bleek (Schaesberg), hae zuut-er bleek oet (Schaesberg) bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleek, flets zien bleek uitzien: hae zuut-er bleek oet (Schaesberg), pips uitzien: hae zuut pupsj oet (Schaesberg) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleke steen bleke brik: blēkǝ brek (Schaesberg) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: blie (Schaesberg) blij [SGV (1914)] III-1-4
bliksem, bliksemflits blits: blits (Schaesberg), blitsstraal: enne blitstrael (Schaesberg) bliksem [SGV (1914)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemafleider (Schaesberg) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksemt (Schaesberg), blitsen: het blitst (Schaesberg) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)] III-4-4