e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterpas waterpas: wātǝrpas (Schaesberg) Toestel waarmee gecontroleerd kan worden of iets horizontaal is. Zie ook afb. 89. Zie voor een beschrijving van een luchtbelwaterpas ook het lemma "waterpas" in Wld II.9, pag. 59-60. [N 64, 85a] II-11
waterpomptang waterpomptang: wātǝrpomptaŋ (Schaesberg) Stalen, verstelbare tang voor het vastgrijpen en monteren van pijpmateriaal, het vast- en losdraaien van moeren, etc. De tang heeft een getande, ronde bek waarmee het materiaal kan worden vastgeklemd. De afstand tussen de bekken van de tang is verstelbaar. Zie ook afb. 69. [N 33, 177; N 64, 52; monogr.] II-11
waterput put: pød (Schaesberg), pøt (Schaesberg), waterput: wātərpøͅt (Schaesberg), welput: welput (Schaesberg), wɛlpøt (Schaesberg) [DC 21 (1952)] [RND 08] [Roukens 03 (1937)] [SGV (1914)] I-7
waterspuier spuier: špø̄jǝr (Schaesberg) De elleboog onderaan het onderstuk van een afvoerbuis. In Q 117 en Q 118 werd het woordtype 'spuier' ook gebruikt voor een afvoer die het regenwater, dat door de dakgoot was opgevangen, rechtstreeks, dus zonder afvoerbuis, naar beneden leidde. [N 64, 149e-f] II-9
weddenschap weddenschap: wɛdənsjap (Schaesberg) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe widvrouw: witfrouw (Schaesberg), witvrouw (Schaesberg) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: witman (Schaesberg, ... ) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: (half lange klinker).  stof (Schaesberg) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weelde luxus (du.): loekses (Schaesberg) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weer naar het jaargetijde kwakkelwinter: (= zachte).  inne kwakkel winkter (Schaesberg) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4