e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wieg wieg: weeg (Schaesberg) wieg [SGV (1914)] III-2-2
wiel rad: rat (Schaesberg), meervoud  rār (Schaesberg) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wielband karrenband: kārǝbaŋk (Schaesberg) De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.] II-11
wielerwedstrijd fietsrennen: fietsrenne (Schaesberg) Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)] III-3-2
wielewaal goudmeling: goodmeling (Schaesberg) wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)] III-4-1
wijdbeens lopen met de benen uiteen lopen: met de beng oetee lope (Schaesberg), met de benen wijd uiteen lopen: met de bée wiet oet è lope (Schaesberg) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijden wijden: weje (Schaesberg) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wien (Schaesberg), wīēn (Schaesberg) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn essig: essig (Schaesberg) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd wijnstruik: WLD  wiensjtroek (Schaesberg), wingerd: wingel (Schaesberg) [SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] I-7