e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarden zich heemvoelen: zich heem veule (Schaesberg) zich op een andere plaats waar men zich gevestigd heeft, thuis gaan voelen [aarden, de aard krijgen] [N 85 (1981)] III-1-4
aarden pot aarden pot: ē̜dǝ pǫt (Schaesberg) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardmannetje (kabouter) alvermannetje: oavermenkes (Schaesberg) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aas in het kaartspel aas: roete oas (Schaesberg) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
accijns accijns (<lat.): accijns (Schaesberg) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterdocht achtergedacht: achtergedach (Schaesberg) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterhoofd hinten op de kop: hnge op der kop (Schaesberg), hinter-kop: hingerkop (Schaesberg) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterste achterste: echtertsche (Schaesberg) achterste [SGV (1914)] III-1-1
achteruit plei: plei (Schaesberg, ... ) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] III-2-1
adamsappel adamsappel: adamsappel (Schaesberg), slikstuk: slikstuk (Schaesberg) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1