e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doordeweekse kleren weekse kleren: wēēkse kleijer (Schaesberg) De kleren die men in de week draagt. [DC 62 (1987)] III-1-3
doorn doorn: doorn (Schaesberg) Het losse, al dan niet in een conische punt uitlopende, metalen blokje dat bij het maken van flenzen in het uiteinde van de pijp wordt geslagen of gedraaid. [N 64, 121c] II-11
dopen dopen: deupe (Schaesberg), dø.pə (Schaesberg, ... ) doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3
doperwten erwten: WLD  erwt (Schaesberg) De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7
dopper dophamer: dǫphāmǝr (Schaesberg), dopper: dǫpǝr (Schaesberg) Soort stempel met aan één uiteinde een ronde uitholling die wordt gebruikt om de kop van klinknagels af te ronden. Diverse zegslieden kennen doppers van verschillende afmetingen, afhankelijk van de grootte van de klinknagel. Soms zijn de functies van ophaler en dopper in één werktuig gecombineerd. Zie ook afb. 181 en de lemmata "ophaler" en "ophalen" en, in de paragraaf over de nagelsmid, het lemma "nagelijzer". Het woordtype dophamer (L 423, Q 117, Q118, Q 121c) is de benaming voor een bankhamer met een ronde baan en een pen waarin een ronde uitholling is aangebracht. Het werktuig wordt ook gebruikt voor het afronden van klinknagels. [N 33, 291a-b; N 33, 302; N 64, 39f; N 64, 74a; N 66, 6f; N 66, 20a; monogr.] II-11
dorp dorp: durp (Schaesberg) dorp [SGV (1914)] III-3-1
dorpel dorpel: dørpǝl (Schaesberg) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorpsgenoot een van het dorp: inne va ge dürp (Schaesberg) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1
dorpskom dorp: dörp (Schaesberg) het centrum van het dorp [dorpskom, dorp, singel, rink, baroniet, plaats] [N 90 (1982)] III-3-1
dorpsplein plein: plei (Schaesberg) een groot plein in het midden van een dorp [bist, biest, aries] [N 90 (1982)] III-3-1