e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaien draaien: driëne (Schaesberg), drí:nə (Schaesberg), keren: kière (Schaesberg) draaien [DC 02 (1932)] || keren [SGV (1914)] III-1-2
dragen dragen: drage (Schaesberg), drá:gə (Schaesberg) dragen [DC 02 (1932)] III-1-2
dragon dragon: WLD  dragon (Schaesberg, ... ) Dragon; een overblijvende plant met smalle gaafrandige bladeren en 3 mm grote bloemhoofdjes waarvan de jonge bladeren dienen als specerij in sla en bij het inmaken van augurken, zilveruitjes, etc. (drakewortel, kloppenkruid, stragoen). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
dreef allee (<fr.): Van Dale: allee (&lt;Fr.), laan, brede weg tussen twee of meer rijen bomen.  alli-j (Schaesberg), dreef: drif (Schaesberg) dreef [SGV (1914)] || een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)] III-3-1
drenzen jammeren: jiëmere (Schaesberg), mitschen: RhWb V, 1197 mitschen: in hohen Tönen eigensinnig Weinen, von Kindern  miëtsje (Schaesberg) op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] || op zeurderige toon huilen [knooiachtig, dremmerig] [N 85 (1981)] III-1-4
dressoir dressoir: dressoer (Schaesberg), dressoir (Schaesberg) Kast zonder opbouw, voor zilver- of glaswerk (dressoir, lage kast, zilverkast) [N 79 (1979)] III-2-1
driekantige vijl drie-/drijhoekvijl: drējhōǝk˲vīl (Schaesberg) Stalen vijl waarvan het blad driehoekig van doorsnede is en vanaf het midden naar het uiteinde iets spits toeloopt. De vijl wordt onder meer gebruikt bij het bewerken van hoeken, het ruimen van gaten en het scherpen van zaagtanden. Verschillende informanten gaven dan ook als antwoord op de vraag naar de "driekantige vijl" een variant van het woordtype zaagvijl/zagenvijl. De fonetisch gedocumenteerde gegevens hiervan zijn opgenomen in het lemma "zaagvijl". Zie ook afb. 104. [N 33, 97; N 33, 103; N 64, 53b] II-11
driftig kortaangebonden: kòt a geboonge (Schaesberg), kwaad: koad (Schaesberg) driftig [SGV (1914)] || vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)] III-1-4
driftig lopen stampent?re lopen: stampendtere lope (Schaesberg) lopen: driftig lopen [op ne staog loope] [N 10 (1961)] III-1-2
drijftol konkernol: konkernol (Schaesberg) drijftol [SGV (1914)] III-3-2