e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
echtgenote vrouw: vrouw (Schaesberg, ... ) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] III-2-2
eed eed: eed (Schaesberg) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekkatsje: eekkätske (Schaesberg, ... ) eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2
eelt, eeltknobbel eeltknobbel: eeltknoebel (Schaesberg), kwert: kweete (Schaesberg), kwät (Schaesberg) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat spoor: spǭr (Schaesberg) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een april een april: ee april (Schaesberg) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
een bevel opvolgen luisteren: loestere (Schaesberg) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een boterham smeren een boterham smeren: eͅi̯ŋ boͅtəram šmīərə (Schaesberg) smeren [RND] III-2-3
een cadeau geven schenken: sjinke (Schaesberg) Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2
een ei ei: ē̜i̯ (Schaesberg) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12