e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glasgordijn glasgordijn: glasgordieng (Schaesberg), gordijn: gerdieng (Schaesberg) Dun gordijn van gaas of andere fijne stof, dat vlak voor het raam hangt (gordijn, glasgordijn, vitrage) [N 79 (1979)] III-2-1
glazenkast glazerkast: glaazerkas (Schaesberg), glazerkas (Schaesberg) Kast met opbouw, voor zilver- of glaswerk (buffet, zilverkast, glazenkast) [N 79 (1979)] III-2-1
glijbaan roetsjbaan: roetsjbaan (Schaesberg) Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
glijden glijden: gleje (Schaesberg), glèje (Schaesberg) glijden [SGV (1914)], [SGV (1914)] III-1-2, III-3-2
glimlachen greilachen: wnt V, 644: greien: krijten, schreien  grie-lache (Schaesberg) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm gloeiworm: gluïeworm (Schaesberg), lichtbeestje: luchbieëske (Schaesberg) glimworm [GV Gr (1935)] III-4-2
gloed hits: hits (Schaesberg, ... ) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
gluiperd achterbakse, een -: achterbakse (Schaesberg), gluiper: gluper (Schaesberg) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiper [SGV (1914)] III-1-4
goedkoop billig (du.): billig (Schaesberg) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedkoopste rang in een schouwburg engelenbak: ingelebak (Schaesberg) De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)] III-3-2