23320 |
gelooven |
geloven:
geluive (Q098p Schimmert)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
gluive (Q098p Schimmert)
|
Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24153 |
geluid van de patrijs |
kierewieten:
kierewieten (Q098p Schimmert)
|
het geluid van de patrijs (kierewieten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
hommelen:
hómmələ (Q098p Schimmert),
ôummələ (Q098p Schimmert),
rommelen:
rommele (Q098p Schimmert),
rommələ (Q098p Schimmert),
rômmele (Q098p Schimmert),
⁄t römmelt (Q098p Schimmert),
van wijd hommelen:
⁄t hommelt van wied (Q098p Schimmert)
|
een dof, rollend geluid maken, gezegd van bijv. de donder [rommelen, rederen, meutelen] [N 91 (1982)] || eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
ene op de sokken laten (gaan):
eine op de zŭk (Q098p Schimmert)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19273 |
gelukken |
gelukken:
gelŭkke (Q098p Schimmert)
|
een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
gelukkige mens:
⁄n gelukkige miensj (Q098p Schimmert),
gelukzak:
gelŭkzâk (Q098p Schimmert)
|
iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemeekelik (Q098p Schimmert),
gemâikelijk (Q098p Schimmert),
gemèkelijk (Q098p Schimmert),
gemèkelik (Q098p Schimmert),
gemèèkelek (Q098p Schimmert),
op zijn gemak:
op ze gemaak (Q098p Schimmert)
|
geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
19226 |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken |
gepaste manier:
op ⁄n gepasde meneer (Q098p Schimmert),
passen:
dich past (Q098p Schimmert)
|
de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24850 |
gemalen schors |
looi:
looi (Q098p Schimmert),
WLD
lŏŏi (Q098p Schimmert)
|
Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)]
III-4-3
|