e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelnoot hazenoot: asjenoot (Schimmert) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hazelworm hazelworm: hazelworm (Schimmert) hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)] III-4-2
hazenleger leger: lèeger (Schimmert), lèger (Schimmert), légər (Schimmert), WLD  ’t lĕger (Schimmert) Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] || Leger, vaste ligplaats van een haas [N 94 (1983)] III-4-2
hebzuchtig hebberig: hebberig (Schimmert), hebbig: hŭbbig (Schimmert) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
hecht van een mes handhaaf: hantef (Schimmert), heft: hêft (Schimmert), steel: steel (Schimmert) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] || heft [SGV (1914)] III-2-1
heen en weer (bewegen) ijsberen: hè lôpt te ie:sbĕĕre (Schimmert), klotsen: kloetsje (Schimmert), op en af: hae löp op en aaf (Schimmert), zwalpen: zwâlpe (Schimmert) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] || sterk heen en weer bewegen, gezegd van bijv. water in een glas [zwalpen] [N 91 (1982)] III-4-4
heen en weer draaien draaien: zitte te drèje (Schimmert), dripselen: [PV: dripselen (drispelen)]  drispele (Schimmert) Heen en weer draaien (drispelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heen en weer schuiven wemelen: weemələ (Schimmert), wiemele (Schimmert), wèmele (Schimmert) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heer prins: prîns (Schimmert) heer [RND] III-3-1
heerbaan heerbaan: heer baan (Schimmert), heerstraat: heirschtâôt (Schimmert) een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)] III-3-1