21902 |
arm |
wolpin:
wolpin (Q098p Schimmert)
|
Onderdeel van het spinnewiel, een horizontaal latje met het spinrokkengat waarin een verticale lat, het spinrokken, steekt met vlas of wol. Volgens de informant van K 353 ontbreekt dit onderdeel heel waarschijnlijk in zijn of haar regio, omdat de spinner/spinster de prop ongesponnen wol op de schoot legt. Volgens de informant van L 291 is de vlaskop een kegelvormige rol van grauwe turf, opgesloten tussen houten schijven. Hierover is een kapmanteltje van blauw linnen geplaatst waaromheen het vlas of de wol zit. [N 34, B5]
II-7
|
18239 |
armband |
armband:
ermband (Q098p Schimmert),
ĕrmband (Q098p Schimmert),
bracelet (fr.):
brâchelet (Q098p Schimmert)
|
band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21709 |
armbestuur |
armenbestuur:
erm-besjtuur (Q098p Schimmert),
êrme-beschŭŭr (Q098p Schimmert)
|
de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23355 |
armenbanken |
vrijbanken:
vriebenk (Q098p Schimmert)
|
De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21294 |
armoedig |
armoedig:
ermeudig (Q098p Schimmert)
|
armoedig [SGV (1914)]
III-3-1
|
25055 |
armvol |
armvol:
ennen ervel hŏj (Q098p Schimmert),
ennen hervel höj (Q098p Schimmert),
hervel (Q098p Schimmert),
hèrvəl (Q098p Schimmert),
hęrvǝl (Q098p Schimmert),
êrm-vol (Q098p Schimmert)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.]
I-4, III-4-4
|
21570 |
arresteren |
arresteren (<fr.):
arrestère (Q098p Schimmert),
vastzetten:
vaszêtte (Q098p Schimmert)
|
iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
29124 |
as van het drijfwiel |
as:
as (Q098p Schimmert),
asje:
ɛskǝ (Q098p Schimmert)
|
[N 34, B8; N 34, B9]
II-7
|
34578 |
asarm |
arm:
ęrm (Q098p Schimmert)
|
Elk van de uiteinden van de as die door de naven steken. Een asarm is steeds van metaal. [N 17, 53; N G, 48d; monogr]
I-13
|
32672 |
asblok |
asblok:
as˱blǫk (Q098p Schimmert),
aš˱blǫk (Q098p Schimmert)
|
Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-1, I-13
|