e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

Gevonden: 6515
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
arm wolpin: wolpin (Schimmert) Onderdeel van het spinnewiel, een horizontaal latje met het spinrokkengat waarin een verticale lat, het spinrokken, steekt met vlas of wol. Volgens de informant van K 353 ontbreekt dit onderdeel heel waarschijnlijk in zijn of haar regio, omdat de spinner/spinster de prop ongesponnen wol op de schoot legt. Volgens de informant van L 291 is de vlaskop een kegelvormige rol van grauwe turf, opgesloten tussen houten schijven. Hierover is een kapmanteltje van blauw linnen geplaatst waaromheen het vlas of de wol zit. [N 34, B5] II-7
armband armband: ermband (Schimmert), ĕrmband (Schimmert), bracelet (fr.): brâchelet (Schimmert) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3
armbestuur armenbestuur: erm-besjtuur (Schimmert), êrme-beschŭŭr (Schimmert) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armenbanken vrijbanken: vriebenk (Schimmert) De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
armoedig armoedig: ermeudig (Schimmert) armoedig [SGV (1914)] III-3-1
armvol armvol: ennen ervel hŏj (Schimmert), ennen hervel höj (Schimmert), hervel (Schimmert), hèrvəl (Schimmert), hęrvǝl (Schimmert), êrm-vol (Schimmert) armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
arresteren arresteren (<fr.): arrestère (Schimmert), vastzetten: vaszêtte (Schimmert) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1
as van het drijfwiel as: as (Schimmert), asje: ɛskǝ (Schimmert) [N 34, B8; N 34, B9] II-7
asarm arm: ęrm (Schimmert) Elk van de uiteinden van de as die door de naven steken. Een asarm is steeds van metaal. [N 17, 53; N G, 48d; monogr] I-13
asblok asblok: as˱blǫk (Schimmert), aš˱blǫk (Schimmert) Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-1, I-13