e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kinderstoel kinderstoeltje: kinger-schteulke (Schimmert), kingersjtulke (Schimmert) Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)] III-2-1
kinderzang kinderzang: kingerzangk (Schimmert) Het zingen van kinderen [gelots]. [N 90 (1982)] III-3-2
kindje jezus jezusje: jezuke (Schimmert), kind jezus: kīnd (Schimmert), t jezus (Schimmert) Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)] III-3-3
kinds kinds: kindsch (Schimmert, ... ), kindsj zin (Schimmert), simpel: sumpel (Schimmert), sûmpel (Schimmert, ... ) door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)] III-2-2
kinketting kinketting: kenkęteŋ (Schimmert) Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.] I-10
kinkhoest kinkhoest: kinkhoos (Schimmert) kinkhoest [SGV (1914)] III-1-2
kinnebak kinnebakkes: kinnebakkes (Schimmert, ... ) kinnebak [DC 01 (1931)], [N 10b (1961)] III-1-1
kip, maat van 18,5 kilo kip: kip (Schimmert) de maat die een gewicht aangeeft van 18 1/2 kg [kip] [N 91 (1982)] III-4-4
kippen hennen: henǝ (Schimmert), henǝn (Schimmert) De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.] I-12
kippen -kinderwoord tietjes: titǝkǝs (Schimmert) [N 19, 38; monogr.] I-12