e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreek, stilstaand water kreek: en krēēk (Schimmert), kreek (Schimmert), poel: eine pool (Schimmert), vloetsgraaf: vlóótsgrāāf (Schimmert) kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)] III-4-4
krekel krekel: krekel (Schimmert, ... ) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbaard krappen: kràppə (Schimmert), krentenbaard: krêntebāārd (Schimmert) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbrood krentenbrood: (oi uit het Fr. woord toie) "dak".  krintebroid (Schimmert) krentenbrood [SGV (1914)] III-2-3
kreukel kreuk: kreuk (Schimmert), valse kreuk: valsche kreuk (Schimmert) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen kreukelen: kreukelen (Schimmert), kreuken: krueke (Schimmert) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen joenken: jŭnke (Schimmert), kermen: kerme (Schimmert), kreunen: kreune (Schimmert), kuimen: kume (Schimmert) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kērme (Schimmert), kérmə (Schimmert), kêrreme (Schimmert) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupel zijn (het is/staat) kreupel: krø̄pǝl (Schimmert), (zich) lamen: lē̜.mǝ (Schimmert) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kreupelhout onderhout: ungerhout (Schimmert), WLD  ŭngerhaut (Schimmert) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3