e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lof met processie lof met processie (<lat.): lof mèt processie (Schimmert) Lof met processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) op de eerste zondag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
lomp paard karhengst: karheŋs (Schimmert) [JG 1a; N 8, 62h] I-9
long long: long (Schimmert), lōng (Schimmert), lŏ.ng (Schimmert), lŏng (Schimmert) long [SGV (1914)] || long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] || longen [SGV (1914)] III-1-1
lood inleggen lood inleggen: loǝt˱ enlęgǝ (Schimmert) Loden loketten in de voegen van het metselwerk aanbrengen. [N 32, 48b] II-9
lood, maat van 10 gram lood: laot (Schimmert), laut (Schimmert), lāōd (Schimmert) de maat die een gewicht aangeeft van 10 gram [lood] [N 91 (1982)] III-4-4
loof blader: blaar (Schimmert), loof: ’t laof (Schimmert), WLD  ’t laŭf (Schimmert), lover: louver (Schimmert), ’t lauver (Schimmert) bladeren [SGV (1914)] || De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] || loof [SGV (1914)] III-4-3
loof van de bieten afplukken bladeren: blārǝ (Schimmert) Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.] I-5
looi looi: lwa (Schimmert) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10
looien looien: lyęǝ (Schimmert) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loon loon: loin (Schimmert), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  lōān (Schimmert) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1