20132 |
loops |
loops:
leupsch (Q098p Schimmert),
løͅi̯pš (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)]
III-2-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
loot:
loot (Q098p Schimmert),
scheut:
sjeut (Q098p Schimmert),
WLD
énné schĕŭt (Q098p Schimmert)
|
Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] || loot [SGV (1914)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
laupe (Q098p Schimmert),
lāōpe (Q098p Schimmert),
loupe (Q098p Schimmert)
|
lopen [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34545 |
lopen, gezegd van eenden |
waggelen:
wagǝlǝ (Q098p Schimmert)
|
[N 70, 2; monogr.]
I-12
|
24674 |
lork |
lariks:
ein larik (Q098p Schimmert),
WLD
lāriks (Q098p Schimmert)
|
De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18697 |
losse linnen halsboord |
bandje:
bendsje (Q098p Schimmert),
boordje:
börtje (Q098p Schimmert),
börtsje (Q098p Schimmert)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
losse manchet:
losse manchette (Q098p Schimmert),
manchet:
menchetten (Q098p Schimmert)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33729 |
losse paal met draad |
draadafsluiting:
drǭtafslēteŋ (Q098p Schimmert)
|
Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8]
I-8
|
21218 |
losse plankbrug |
bruggetje:
brùkske (Q098p Schimmert),
plank:
plank (Q098p Schimmert),
vlonder:
vlonder (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)] || vlonder (vonder) [SGV (1914)]
III-3-1
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
trog:
trōx (Q098p Schimmert),
voerbak:
vōrbak (Q098p Schimmert)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|