e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nabidden nabeden: nàobèèje (Schimmert) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nabootsen nadoen: emes naodoon (Schimmert), papegaaien: Van Dale: papegaaien, onnadenkend napraten.  papegĕu (Schimmert) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbraken: nach-brāāke (Schimmert), nacht brake (Schimmert) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Schimmert), nachtegaol (Schimmert) nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd nachthemd: nachhumme (Schimmert), nachthumme (Schimmert) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtpon: nachpon (Schimmert, ... ) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren nachtgoed: nachtgōōd (Schimmert), nachtkleren: nachtkleijer (Schimmert) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtmis nachtmis: nach-mĕs (Schimmert) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtpak hansop: Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.  hansop (Schimmert) nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)] III-1-3
nadeel nadeel: naodeil (Schimmert), noadeil (Schimmert), schade: de schāāj (Schimmert) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] || nadeel [SGV (1914)] III-1-4