e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusriem naasriem: nāsrēm (Schimmert) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring ring: reŋk (Schimmert) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
neusvleugel neusvleugel: naasvleugel (Schimmert) neusvleugel [N 10b (1961)] III-1-1
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden kapje: kèpke (Schimmert) mutsje, nevelslinnen ~ met een plooienrand en kinbanden {afb} [nevelskepke, - kap, ievelskepke] [N 25 (1964)] III-1-3
nicht nice-je: neen; mar.: vgl. uitspraak met "nisje"in Q 097  nissche (Schimmert) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: neer (Schimmert), nēēr (Schimmert) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niersteen niersteen: neersjtein (Schimmert), nēērschtein (Schimmert) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2
niet behouden verlopen: vǝrlǫu̯pǝ (Schimmert) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet bevrucht leeg: lēx (Schimmert), mans: mau̯s (Schimmert) Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11
niet gedijen de aard niet hebben: die aard hĭej neet (Schimmert), geen wasdom (hebben): WLD  geine wasdôm (Schimmert), niet groeien: die grujt neet (Schimmert) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3