19455 |
noodbed, kermisbed |
kermisbed:
kermisbed (Q098p Schimmert),
kērmisbêd (Q098p Schimmert),
paljas:
paljas (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
Bed dat in tijd van nood op de grond wordt opgemaakt (kermisbed, paljas, paljas parterre) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24007 |
nooddoop |
nooddoop:
enne nōāṭdeup (Q098p Schimmert)
|
Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23458 |
noodklok |
noodklok:
nōādklok (Q098p Schimmert)
|
De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30131 |
noors verband, kettingverband |
kettingverband:
kęteŋvǝrbant (Q098p Schimmert)
|
Metselverband dat doorgaans wordt toegepast bij halfsteensmuren, maar dat ook bruikbaar is bij steensmuren. Zie ook afb. 36. Het verband is als volgt opgebouwd: eerste laag: kop, kop, strek, strek, kop, strek; tweede laag: drieklezoor, strek, kop, strek, strek; derde laag: kop, kop, strek, strek, kop, strek, enz. (Westra, pag. 15/16). De volgorde van de verschillende lagen kan variëren. [N 31, 24f; monogr.; N 31, 24e]
II-9
|
21348 |
nors |
bars:
basch (Q098p Schimmert),
frech (du.):
vrek (Q098p Schimmert),
nors:
nors (Q098p Schimmert),
nôrs (Q098p Schimmert),
onvriendelijk:
onvruntelijk (Q098p Schimmert)
|
norsch (barsch) [SGV (1914)] || onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21651 |
notariskosten |
notariskosten:
notaris-koste (Q098p Schimmert)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21122 |
noten afslaan |
noten slaan:
WLD
nēút schlōan (Q098p Schimmert),
slaan:
sjlaon (Q098p Schimmert)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33501 |
notendop |
schaal:
WLD
schāāl (Q098p Schimmert)
|
De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)]
I-7
|
21706 |
notulen |
notulen:
notule (Q098p Schimmert),
notulen (Q098p Schimmert)
|
het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23670 |
noveen |
noveen (<lat.):
noveen (Q098p Schimmert)
|
Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|