e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nutteloze arbeid verrichten onnodig werk doen: onneudig werk doon (Schimmert), werk zoeken: wérkzĕŭke (Schimmert) nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)] III-1-4
nylonkous nylon: nylons (Schimmert, ... ) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
obstakel ongerief: ongereef (Schimmert), ungerēēf (Schimmert) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: mörgə (Schimmert), mûrge (Schimmert), ⁄s morgens (Schimmert), ochtend: (Boven de o hoort nog een boogje te staan).  ⁄s mörges (Schimmert) s morgens) [N 91 (1982)], [SGV (1914)] III-4-4
octaaf octaaf (<fr.): de octaaf (Schimmert) Een octaaf, periode van 8 dagen ter viering van een groot kerkelijk feest. [N 96D (1989)] III-3-3
oever boord: boaw (Schimmert), kant: de kant (Schimmert), de kânt (Schimmert), kant (Schimmert, ... ), kàànt (Schimmert), talud: talluu (Schimmert) oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] || oeverhelling [SGV (1914)] III-4-4
offerande offerande (<fr.): offerande (Schimmert) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerstok: offerschtok (Schimmert) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergang offergang: offergank (Schimmert) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: offergeld (Schimmert) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3