e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorlog oorlog: aorlog (Schimmert), oorlog (Schimmert) de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)] III-3-1
oorlogsschip oorlogsschip: oorlogssjeep (Schimmert), ōōrlogs-schēēp (Schimmert) een schip gebouwd en uitgerust om in de oorlog gebruikt te worden [manwaar] [N 90 (1982)] III-3-1
oorring oorbel: aurbel (Schimmert), ôôerbel (Schimmert) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg oorveeg: aorvieg (Schimmert), ŏŏĕrviēg (Schimmert) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
oorvormig handvat oor: ŏer (Schimmert), (het oor van een kopje)  oe͂r (Schimmert) Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)] III-2-1
oostindische kers kappertje: WLD  kâpperke (Schimmert), oostindische kers: O.I. kers (Schimmert), Oost-Indische keesh (Schimmert, ... ) [N 92 (1982)]Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende snijbloemen: tropaeolum majus nana (O.I. kers) [N 73 (1975)] I-7, III-2-1
oot vlughaver: vluk haver (Schimmert), -  vluug haver (Schimmert), WLD  vlog haver (Schimmert) oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] || Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)] III-4-3
oot, wilde haver vlughaver: vlȳghāvǝr (Schimmert) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart doen: bèvaart doon (Schimmert), bedeweg doen: bèweg doon (Schimmert), bedeweg gaan: bēēwēēg gōān (Schimmert), bĕĕ-wèèg gâôn (Schimmert) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] III-3-3
op de dril zetten (1 april) op de dril schikken: op den dril sjikke (Schimmert) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2