21746 |
oorlog |
oorlog:
aorlog (Q098p Schimmert),
oorlog (Q098p Schimmert)
|
de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21186 |
oorlogsschip |
oorlogsschip:
oorlogssjeep (Q098p Schimmert),
ōōrlogs-schēēp (Q098p Schimmert)
|
een schip gebouwd en uitgerust om in de oorlog gebruikt te worden [manwaar] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18237 |
oorring |
oorbel:
aurbel (Q098p Schimmert),
ôôerbel (Q098p Schimmert)
|
zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17873 |
oorveeg |
oorveeg:
aorvieg (Q098p Schimmert),
ŏŏĕrviēg (Q098p Schimmert)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19409 |
oorvormig handvat |
oor:
ŏer (Q098p Schimmert),
(het oor van een kopje)
oe͂r (Q098p Schimmert)
|
Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20056 |
oostindische kers |
kappertje:
WLD
kâpperke (Q098p Schimmert),
oostindische kers:
O.I. kers (Q098p Schimmert),
Oost-Indische keesh (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
[N 92 (1982)]Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende snijbloemen: tropaeolum majus nana (O.I. kers) [N 73 (1975)]
I-7, III-2-1
|
24868 |
oot |
vlughaver:
vluk haver (Q098p Schimmert),
-
vluug haver (Q098p Schimmert),
WLD
vlog haver (Q098p Schimmert)
|
oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] || Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)]
III-4-3
|
33293 |
oot, wilde haver |
vlughaver:
vlȳghāvǝr (Q098p Schimmert)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
23198 |
op bedevaart gaan |
bedevaart doen:
bèvaart doon (Q098p Schimmert),
bedeweg doen:
bèweg doon (Q098p Schimmert),
bedeweg gaan:
bēēwēēg gōān (Q098p Schimmert),
bĕĕ-wèèg gâôn (Q098p Schimmert)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22581 |
op de dril zetten (1 april) |
op de dril schikken:
op den dril sjikke (Q098p Schimmert)
|
De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|