e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude man iemand op leeftijd: eemes op lēēfteid (Schimmert), oude man: auwe man (Schimmert), einen aauwe manne (Schimmert), ouderling: ouderling (Schimmert) iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oude [een ~ man] [SGV (1914)] || oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oude mens iemand op leeftijd: eemes op lēēfteid (Schimmert, ... ) oude man [N 102 (1998)] || oude vrouw [N 102 (1998)] III-3-1
oude versleten hoed loesj: loesch (Schimmert), loesj (Schimmert), slaphoed: [sic]  schlaphood (Schimmert) hoed, oude versleten of ontredderde ~ [loesj, sjaphoed] [N 25 (1964)] III-1-3
oude vrouw oude vrouw: auw vrouw (Schimmert, ... ) oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] III-2-2
oudejaarsavond oudejaarsavond: auwejaoravond (Schimmert), auwejaorsaovend (Schimmert), auwejaorsaovent (Schimmert), oudjaarsavond: autjaers-āōvend (Schimmert), oudjaorsaovend (Schimmert) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] || Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
oudejaarsdag silvester: Sílvester (Schimmert) 31 december, H. Silvester. [N 96C (1989)] III-3-2
ouden van dagen ouder lui: auwer lūū (Schimmert) ouden van dagen [N 102 (1998)] III-3-1
ouders ouders: aauweesch (Schimmert), auwersch (Schimmert) ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: aauwerwets (Schimmert) ouderwets [SGV (1914)] III-1-3
oudhollandse pan gewone dakpan: ęjn gǝwōn dākpan (Schimmert) Holle dakpan zonder zijsluitingen. De woorddelen ɛpop-ɛ en ɛwijpje-ɛ in de woordtypes poppan (K 278, L 316a) en wijpjespan (L 414) verwijzen ernaar dat bij dit soort pannen de kieren doorgaans werden gedicht met behulp van bosjes stro, de zgn. ɛpoppenɛ.' [N 32, 44c] II-8