18634 |
pet met brede klep |
loerklak:
loerklak (Q098p Schimmert)
|
pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18627 |
pet met opstaand bovenstuk |
zijden, een -:
zie-je (Q098p Schimmert)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18281 |
pet: algemeen |
klak:
klak (Q098p Schimmert),
pats:
patsch (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert),
patsj (Q098p Schimmert),
pâtsch (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || Mannenmuts met klep aan de voorkant. [N 25 (1964)] || pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20410 |
petekind |
petekind:
pèètekind (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
een petekind [patekink] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24927 |
petroleum |
gasolie:
gaasolie (Q098p Schimmert),
olie:
olie (Q098p Schimmert),
ptrole (fr.):
petrol (Q098p Schimmert),
pétrôl (Q098p Schimmert),
pətròl (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19547 |
petroleumlamp |
pètroles-lamp:
petrolslamp (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
quinquet:
kēnke (Q098p Schimmert)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
23835 |
petrus en paulusprocessie |
bronk:
brònk (Q098p Schimmert)
|
De processie op de zondag na St. Petrus en Paulus [peter en pauls brónk]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20059 |
petunia |
petunia:
petunia (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert),
WLD
petunīa (Q098p Schimmert)
|
[N 73 (1975)] [N 92 (1982)]Petunia (petunia hybrida). Paarse, blauwe, rode, witte of gestreepte bloemen, ze worden als sierplanten gekweekt. De bloemkroon is groot, trechtervormig. Het zijn behaarde kruiden, kleverig op het gevoel door de talrijke klierharen (petunia, petertunneke, [N 73 (1975)], [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende perkplanten: petunia hybrida [N 73 (1975)]
I-7, III-2-1
|
21063 |
peul |
leut:
luite (Q098p Schimmert)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
leut:
luite (Q098p Schimmert)
|
[N Q (1966)]
I-7
|