e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pralerij geneuk: geneuk (Schimmert), kale kak: kale kak (Schimmert) een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] III-1-4
predikant predikant (<lat.): predikant (Schimmert) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek preek: prèèk (Schimmert) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel preekstoel: prēēkschtool (Schimmert) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prefatie prefatie (<lat.): prefatie (Schimmert) De door de priester gezongen lofprijzing ter inleiding van de Canon, de prefatie. [N 96B (1989)] III-3-3
prei spoor: schpoor (Schimmert) prei [SGV (1914)] I-7
preken preken: prèèke (Schimmert, ... ) Een leerrede, een tekstverklarende preek, homilie. [N 96B (1989)] || Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prent(je) beeld(je): beeldjse (Schimmert), bēltsjə (Schimmert), prent(je): print (Schimmert), printsje (Schimmert) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] || prent [SGV (1914)] III-3-2
prentbriefkaart aanzichtkaart: āānzich-kaart (Schimmert), aanzichtskaart: ansichtskaart (Schimmert) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik schik: schik (Schimmert), spa (du.): veer höbbe schpas gat (Schimmert), uitgelaten: ōētgelàŏte (Schimmert) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || schik [SGV (1914)] III-1-4