18103 |
ringworm |
omloop:
den ômlŏap (Q098p Schimmert),
omlaup (Q098p Schimmert)
|
Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23645 |
rinkelen met de altaarbel |
bellen:
bêlle (Q098p Schimmert)
|
Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20792 |
rins |
herb:
hèrb (Q098p Schimmert),
rins:
rins (Q098p Schimmert),
zurig:
zurig (Q098p Schimmert),
zŭrig (Q098p Schimmert)
|
lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
21214 |
riool |
riool:
riool (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert)
|
het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] || riool [SGV (1914)]
III-3-1
|
28795 |
ripszijde |
ripzijde:
repzi (Q098p Schimmert)
|
Zware zijde geweven in fijne ribbels. [N 62, 79b]
II-7
|
21200 |
rit |
rit:
rit (Q098p Schimmert),
tocht:
d⁄n tocht (Q098p Schimmert),
tocht (Q098p Schimmert),
toer (<fr.):
toer (Q098p Schimmert)
|
de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)] || rit [SGV (1914)]
III-3-1
|
24409 |
ritnaald, larve van de kniptor |
kniptor:
WLD
de kniptor (Q098p Schimmert)
|
ritnaald, koperworm, schadelijke kniptor-larve die van plantenwortels leeft [N 26 (1964)]
III-4-2
|
25039 |
ritselen |
ritselen:
ritsele (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
roezen:
rôêsjə (Q098p Schimmert),
sniersen:
schnirse (Q098p Schimmert)
|
een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] || ritselen [SGV (1914)]
III-4-4
|
18214 |
ritssluiting |
trekslieting:
trękšlēteŋ (Q098p Schimmert),
treksluiting:
treksjleeting (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW]
II-7, III-1-3
|
24647 |
robinia |
acacia:
eine accacia (Q098p Schimmert),
WLD
acācia (Q098p Schimmert)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|