24555 |
verwelkt |
verslakt:
die bloom is versjlak
versjlak (Q098p Schimmert),
WLD
verschlâkt (Q098p Schimmert)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven kind:
ein bedōrve kind (Q098p Schimmert),
verwend schepsel:
verwind schûpsel (Q098p Schimmert)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verkeerd zijn:
[allicht gezegd van een persoon die iemand kwaad toewenst?, rk]
verkèrd zin (Q098p Schimmert),
verwensen:
verwinsche (Q098p Schimmert)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
bede:
bè (Q098p Schimmert),
bèje (Q098p Schimmert),
verzoek:
è verzĕŭk (Q098p Schimmert)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30026 |
verzopen kalk |
verzopen:
vǝrzǭpǝ (Q098p Schimmert)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzoeme (Q098p Schimmert),
verzôêmd (Q098p Schimmert)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
də vɛspər (Q098p Schimmert),
vespers (<lat.):
vespers (Q098p Schimmert)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
zjielee (Q098p Schimmert),
kamizool (<fr.):
camezōol (Q098p Schimmert),
kammezaol (Q098p Schimmert),
ps. boven de eerste a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
kamezoal (Q098p Schimmert),
vesting:
vesting (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3, III-3-1
|
18533 |
vestzakje |
kamizoolstasje (<fr.):
camezōolstèschke (Q098p Schimmert),
kammezaolstesjke (Q098p Schimmert)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34054 |
vet te mesten stierkalf |
mastkalf:
mas[kalf] (Q098p Schimmert)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a]
I-11
|