21162 |
wagon |
wagon (<eng.):
wagon (Q098p Schimmert),
wagôn (Q098p Schimmert)
|
een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25214 |
wak in het ijs |
gelong:
gelong (Q098p Schimmert),
open plaats:
ope plaats (Q098p Schimmert)
|
wak (in het ijs) [SGV (1914)]
III-4-4
|
17845 |
wakker |
op:
op (Q098p Schimmert),
wakker:
wakker (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
wakkər (Q098p Schimmert)
|
Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22685 |
waldhoorn |
schalmei:
schalmei (Q098p Schimmert),
toethoorn:
toethorn (Q098p Schimmert)
|
Een muziekinstrument van opgerolde schors [toethoren, schalmei, waldhoren, fop, neppen, schermenei]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19477 |
walm |
kwalm:
kwalm (Q098p Schimmert),
walm:
walm (Q098p Schimmert)
|
dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
20979 |
walnoot |
boomnoot:
baumnoot (Q098p Schimmert),
dikke noot:
dikke note (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt u de walnoot in het algemeen (uitspraak) (okkernoot) [N 72 (1975)]
III-2-3
|
18692 |
wambuis |
wambuis:
wāames (Q098p Schimmert)
|
wambuis, kort tot het middel reikend overkledingstuk [wammes, buis, buist, sent] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25525 |
wan |
wan:
wan (Q098p Schimmert)
|
De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37]
I-4
|
17929 |
wandelen |
kuieren:
kuiere (Q098p Schimmert),
kuijere (Q098p Schimmert),
wandelen:
wandələ (Q098p Schimmert)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || Wandelen: gemakkelijk en zonder zich in te spannen gaan (wandelen, kuieren, kachelen, tuinen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24346 |
wandluis |
wandluis:
want luus (Q098p Schimmert),
WLD
wandlōēs (Q098p Schimmert)
|
wandluis, weegluis, het platte bloedzuigende insect dat zich overdag schuilhoudt in naden en spleten van houten vloeren enz. [wanlöws, platte pose, bertelemees] [N 26 (1964)]
III-4-2
|