21681 |
wbd: kwaadgeld / te veel vragen |
overvragen:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
ēūver-vrōāge (Q098p Schimmert),
te veel vragen:
dae vruig te veul (Q098p Schimmert)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21678 |
wbd: staartgeld |
te hoog bieden (zie toelichting):
Opm. = te hoog bieden; het verschil wordt dan vaak verdeeld.
te haug beje (Q098p Schimmert)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21677 |
wbd: staartgeld / verschil |
staartgeld:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
schtāārtgeld (Q098p Schimmert)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
kunnen hebben voor:
ps. letterlijk overgenomen!
veur zoē veul kint ger ze hèbbe (Q098p Schimmert)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20542 |
wecken |
inmaken:
inmaakə (Q098p Schimmert),
inmáákə (Q098p Schimmert),
inmäke (Q098p Schimmert),
wecken:
wêkke (Q098p Schimmert)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21906 |
wedstrijdduif |
reisduif:
Algemene opmerking: invuller heeft deze vragenlijst nagenoeg niet ingevuld, op een paar vragen na (vrg. 1, 2, 18 en 20)!
reis-dôêf (Q098p Schimmert)
|
Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20435 |
weduwe |
widdevrouw:
widdevrouw (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
widdeman:
widdeman (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
29145 |
weefkamer |
weefkamer:
weefkamer (Q098p Schimmert)
|
De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I]
II-7
|
18275 |
weefsel, stof |
stof:
sjtoef (Q098p Schimmert),
(de oe kort aanhouden).
sjtoĕf (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)] || stof (étoffe) [SGV (1914)]
III-1-3
|