e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zak in kledingstuk tas: tesj (Schimmert) Hoe noemt U een van de zakken van een kledingstuk (tes, zak?)? [N 62 (1973)] III-1-3
zak op een schort scholkentas: scholke tesch (Schimmert), scholksentas: scholkse tesj (Schimmert) zak op een schort [pooier] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek snuifplag: schnoefplak (Schimmert), sjnoefplak (Schimmert), snuifsplag: schnoefsplak (Schimmert), tassendoek: teschedook (Schimmert), tassenplag: tesscheplak (Schimmert), tèsjeplak (Schimmert), zakdoek: zakdook (Schimmert, ... ) neusdoek [SGV (1914)] || zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zakgeld traktement: traktement (Schimmert, ... ), zakgeld: zakgeld (Schimmert, ... ) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakhorloge uur: oer (Schimmert), ŏer (Schimmert) uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [knol, raap] [N 86 (1981)] III-1-3
zalig gelukzalig: gelŭkzaalig (Schimmert), zalig: zaalig (Schimmert), zièlig (Schimmert) zalig [SGV (1914)] || Zalig, gelukzalig [zaalig, zaolig, zeelig]. [N 96D (1989)] III-3-3
zaliger gedachtenis zalige gedachtenis (zn.): zeèlige gedêchtenis (Schimmert) Zaliger gedachtenis (vader/moeder/..). [N 96D (1989)] III-3-3
zaligheid zaligheid: zieèligheid (Schimmert) Zaligheid. [N 96D (1989)] III-3-3
zand strooien strooien: was in zuidlimburg niet zo bekend  schtrĕŭ-je (Schimmert), zand strooien: zand schtruije (Schimmert) Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)] III-2-1
zand, zandgrond zand: zant (Schimmert), zandgrond: zantgrōnt (Schimmert) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8